Enquête

064 ‘Vrouwen moeten niet onderwijzen’
Een vrouw moet geen dienst leiden en preken, vindt ds. Theo Niemeijer. In Het Zoeklicht antwoordt hij in die zin een lezer. Paulus was daar wat hem betreft duidelijk over, maar door feministische beïnvloeding probeert men volgens hem via vertaalconstructies en door te wijzen op cultuurgebonden uitspraken diens woorden te ontkrachten.
Uw mening: 064-Ik vind het goed dat vrouwen in kerken voorgaan!
Man en vrouw zijn in de gemeente wel gelijkwaardig, maar hebben ieder een eigen taak. Niemeijer wijst er op dat in het Oude Testament de tempeldienst door mannelijke priesters werd verricht, terwijl vrouwen in de afgoderij die functie hadden, hetgeen een gruwel in Gods oog was.
Ook de Here Jezus zocht onder de mannen zijn discipelen, die met apostolisch gezag het fundament voor de gemeente legden. En als er oudsten in gemeenten moesten worden aangesteld, ging het altijd over mannen, schrijft Niemeijer. “Zo zien we dat het leer- en pastoraal gezag in de gemeente aan de mannenbroeders is toevertrouwd en niet aan zusters.”
Wat allemaal niet wil zeggen dat vrouwen niet in de gemeente kunnen dienen. Integendeel. Veel geloofsgemeenschappen zouden stil vallen zonder hun werk, zegt de auteur. “De eerste gemeente in Europa ontstond door een gebedskring van vrouwen.” Het zwijgen uit 1 Kor. 14:34 heeft dan ook volgens hem niets te maken met hardop zingen of bidden, maar wel met het geven van onderwijs. “Daarbij dienen wij wel op te merken dat vrouwen over het algemeen veel spontaner zijn dan mannen, waardoor het gemeenschappelijk gebed al gauw door de spontanere vrouwen gedomineerd zou kunnen worden. Ook hier zullen de zusters in een bepaalde mate met een zekere fijngevoeligheid rekening dienen te houden.”
Uw mening: 064-Ik vind het goed dat vrouwen in kerken voorgaan!
Man en vrouw zijn in de gemeente wel gelijkwaardig, maar hebben ieder een eigen taak. Niemeijer wijst er op dat in het Oude Testament de tempeldienst door mannelijke priesters werd verricht, terwijl vrouwen in de afgoderij die functie hadden, hetgeen een gruwel in Gods oog was.
Ook de Here Jezus zocht onder de mannen zijn discipelen, die met apostolisch gezag het fundament voor de gemeente legden. En als er oudsten in gemeenten moesten worden aangesteld, ging het altijd over mannen, schrijft Niemeijer. “Zo zien we dat het leer- en pastoraal gezag in de gemeente aan de mannenbroeders is toevertrouwd en niet aan zusters.”
Wat allemaal niet wil zeggen dat vrouwen niet in de gemeente kunnen dienen. Integendeel. Veel geloofsgemeenschappen zouden stil vallen zonder hun werk, zegt de auteur. “De eerste gemeente in Europa ontstond door een gebedskring van vrouwen.” Het zwijgen uit 1 Kor. 14:34 heeft dan ook volgens hem niets te maken met hardop zingen of bidden, maar wel met het geven van onderwijs. “Daarbij dienen wij wel op te merken dat vrouwen over het algemeen veel spontaner zijn dan mannen, waardoor het gemeenschappelijk gebed al gauw door de spontanere vrouwen gedomineerd zou kunnen worden. Ook hier zullen de zusters in een bepaalde mate met een zekere fijngevoeligheid rekening dienen te houden.”