Hoe is Pinksteren vervuld?

0
292
Op Pinksteren herdenken christenen dat God hun de Heilige Geest gaf. Het moet duidelijk zijn dat dit gebeurde als gevolg van de voorafgaande werken van de Here Jezus. Maar Pinksteren was als Wekenfeest ingesteld in het Oude Testament. Wat is dan het verband ermee en hoe werd dat dan vervuld. Wat staat erover in de Bijbel?

Door Marco van Putten

Pinksteren komt van het Griekse woord Pentikostis (Hnd 2:1; 20:16; 1 Kor 16:8) en betekent ‘vijftigste’ (dag). In de Bijbel staat ‘vijftigste’ voor een voleindigingsmoment. Dat verwijst naar iets voorafgaands. In dit geval naar een periode van zeven weken sinds Pésach (Pasen). In de Bijbel is immers opgedragen de tussenliggende dagen te tellen (Lv 23:15). Pinksteren staat dus niet op zichzelf, maar is het einde van de Pésachperiode (de tijd van het gedenken de verlossing van Gods volk).

Bijbelse Wekenfeest
Centraal op het Wekenfeest, dat God opdroeg aan Israël in de Sinaïwoestijn, was het brengen van de eerste opbrengst van de oogst. Deze dag valt altijd op de 6de van de derde Bijbelse maand. Dit was het eerste nieuwe spijsoffer sinds de eerstelingen (bikoeriem) die gebracht waren op de tweede dag van het Pésachfeest.

Is het Wekenfeest dan een oogstfeest, zoals veelal beweerd wordt? Geen van de Bijbelse feesten zijn ‘oogstfeesten’, want oogstfeesten zijn heidens [1]. God is dan wel de Schepper, maar in de Bijbel staat duidelijk dat Zijn Schepping (geestelijk) wordt gecorrumpeerd (Rm 8:22). Er is dus in Bijbelse zin geen reden om ‘oogstfeesten’ in te stellen. Het brengen van het spijsoffer op het Pinksterfeest was op de eerste plaats gehoorzaamheid aan Gods Verbondsvoorwaarden, maar het toont ook dat de gelovigen hun verantwoordelijkheid namen en het land, dat God ze schonk, cultiveren. Ze drukten ermee hun waardering uit voor Gods zegen over de gewassen die ze plantte en verzorgden. Door een deel van de opbrengst van hun oogst aan God te wijden werd daarmee ook de rest van de hun oogst godsdienstig aan God gewijd. Het spijsoffer is dus direct te vergelijken met het dankgebed dat veel gelovigen nog uitspreken voordat ze iets eten. Dat laatste is een individueel dankgebed, maar het spijsoffer op het Wekenfeest dat in de Tempel werd gebracht begeleidde het collectieve dankgebed van Gods volk.

Maar het Wekenfeest staat voor meer. Het sluit ook officieel de gedenkperiode van Pésach af. Daarom moest er bij het spijsoffer, dat in de Tempel werd gebracht, ook offergaven van dieren worden gebracht. Zeven gave eenjarige schapen, een jonge stier en twee rammen als brandoffer. Daarnaast een geitenbok als zondoffer en twee eenjarige schapen als slachtoffer van vergeldingen.

Pinksteren sinds het Nieuwe Verbond (NV)
Na het sluiten van het NV werd op Pinksteren de Heilige Geest uitgestort op de twaalf apostelen die in Jeruzalem waren samengekomen voor het Wekenfeest. Met het ontvangen van Gods Geest zou het gevolg van de kruisdood van de Here Jezus inwendig uitwerken in de gelovigen, waardoor zij volledig deel krijgen aan het ‘volbrachte werk’ [2]. Dat niet alleen. De gelovigen kregen daarmee ook deel aan de gaven die God wilde schenken aan Zijn volk [3]. Ze zouden daardoor dus volledig voorzien kunnen zijn.

Joodse Sjawoe’ot
In het Judaïsme staat op dit feest, volgens rabbinale bepaling, het sluiten van het Verbond op de berg Horeb in de Sinaïwoestijn centraal, maar vooral het ontvangen van de Verbondsvoorwaarden (de Torah van Mozes). Daarnaast wordt het brengen van de opbrengst van de eerste grote voorjaarsoogst opgevat in het kader van een oogstfeest [4]. In die zin worden ook vier vruchten [5] aangeschaft en voor Gods Aangezicht bewogen.

Heeft de Here Jezus het Wekenfeest vervuld?
De Here Jezus werd na Zijn opwekking tien dagen voor het Wekenfeest teruggeroepen naar de hemel. Dat is niet toevallig, want zo ‘belemmerde’ Zijn hemelvaart de gelovigen niet in het houden van het Pinksterfeest. Maar als Hij niet meer op aarde was, hoe kan Hij dan dit feest vervuld hebben?

Als er al een vervulling is, dan kan die slechts indirect zijn geweest. Zo is het ook. Maar feitelijk geldt dat ook voor de Pésach. De Here Jezus onderging de vervulling van dat feest gewillig. Zijn gehoorzaamheid was de vervulling. Zijn ultieme gehoorzaamheid was het geven van Zijn Leven als de bepaalde losprijs om te verlossen van de macht van satan. Dat is echter geen ‘werk’ in Bijbelse zin [6] (Rm 3:21). Zijn werken in die zin hielden op zodra Hij gevangen genomen was en beroofd werd van bewegingsvrijheid. Ook zweeg Hij de meeste tijd tijdens Zijn gevangenschap. Het belangrijkste ‘werk’ dat nog aan Hem kan worden toegeschreven is de voortzetting wat Hij had gedaan vanaf het begin van Zijn werk als Bijbelleraar: het luid en duidelijk maken dat God Hem zond om het Pésach te vervullen.

Wat voor de vervulling van Pésach geldt, is ook van toepassing op het Wekenfeest. Het was een daad van God, de Vader. Die vervulling kwam toen Hij de Heilige Geest zond [7]. In de christenheid is er ruzie over de vraag of de Here Jezus wel of niet Zelf ook die Geest van God gezonden heeft [8]. Maar het ligt voor de Hand dat de Here Jezus altijd onder de gehoorzaamheid van God staat. Hij wordt niet toevallig ‘Zoon van God’ genoemd. Hij is dus niet in staat om God, de Vader, opdracht te geven iets te doen en kan ook Zijn Geest niet commanderen. Maar de gehoorzaamheid van de Here Jezus ‘dwong’ in zeker zin af dat God zou doen wat Hij eerder had beloofd. In indirecte zin heeft de Here Jezus dus de Heilige Geest doen uitstorten.

De vervulling van het Wekenfeest had nog een andere belangrijke reden. Er blijkt een verband tussen het werk van de Here Jezus op aarde en de uitstorting van de Heilige Geest. Gods Geest zet het werk van verkondiging van Gods woord voort.

Wat is ervan vervuld?
Net zoals de vervulling van Pésach is de vervulling van het Wekenfeest een herbevestiging dat deze Bijbelse feesten nog steeds gevierd moeten worden, ondanks dat de verwoesting van de Tempel en de verstrooiing van Israël het collectieve (offer) aspect ervan tijdelijk uitstellen [9]. Het betekent ook dat Pésach nog steeds op de eerste plaats staat. Daarmee evenzo het Wekenfeest.

Maar de NV-vervulling voegt ook nieuwe elementen toe. Zo staat Wekenfeest/Pinksteren in het Nieuwe Verbond voor het besef dat vanaf die dag Gods wil vrij van de zondemacht gedaan kan worden door Zijn volk (dat op dit moment vooral uit niet-Joden bestaat) en dat de mogelijkheid is geschonken om daaruit verder te groeien naar volmaaktheid in het uitleven van Gods Verbond.

Zolang God Pasen en Pinksteren in stand houdt blijft er dus reden de verlossing uit de slavernij te gedenken en vanuit die verlossing God te eren en dienen [10].

Wat is onjuist aan de vieringen?
Joden beschouwen het Wekenfeest als een oogstfeest, maar Bijbelse feesten zijn geen ‘oogstfeesten’. Er is ook geen verband met de Verbondssluiting op Horeb. Dat laatste verband is ook ongepast en onjuist. Ongepast, omdat Pésach juist ‘los’ staat van Gods Verbond. God verlost Zijn volk niet op voorwaarde van een later Verbond, maar op voorwaarde van een eerder Verbond. Namelijk met de aartsvaderen (Gn 15:14, 18). Door het Wekenfeest te verbinden aan het latere, Mozaïsche Verbond, wordt Pésach daaraan verbonden. Daarmee wordt iets wat later kwam ‘boven’ dat gesteld wat eerder kwam. Maar wat ouder is en dus eerder kwam staat echter in de regel ‘boven’ dat wat later kwam [11]. Dat is een algemeen aanvaarde regel voor Bijbeluitleg.

Het is ook onjuist om het Pinksterfeest te verbinden met de Verbondssluiting op Horeb, omdat volgens de Bijbel die Verbondssluiting meer dan zestig dagen na Pésach (Ex 19:1) plaatsvond. Het Wekenfeest werd pas na de Verbondssluiting voor het eerst gevierd. Het bevel ertoe werd immers pas op de berg Horeb door God aan Mozes opgedragen (Ex 23:16).

Christenen brengen Pinksteren volledig in verband met de uitstorting van de Heilige Geest, Die zij Trinitarisch als de Geest van de Here Jezus zien. Ook dat is ongepast en onjuist.
Ongepast, omdat daarmee alle nadruk komt te liggen op andere zaken dan God, de Vader, Die zowel het Pésach als Sjawoe‘ot heeft vervuld.
Onjuist, omdat de Heilige Geest niet gecommandeerd [12] kan worden door de Here Jezus, maar alleen door God, de Vader.

Wat is het verband met het Messiasambt?
Als de Messias eindelijk komt zal Hij Pasen en Pinksteren niet opheffen, want dat staat niet in de Bijbel. Het opheffen zou ook vreemd zijn, omdat het Messiaanse koninkrijk ook niet de volmaakte wereld geeft. Er blijft dan nog zonde en een deel van de mensen zullen geen interesse hebben in de verlossing die God hen aanbiedt. Ook zal de satan aan het einde van het Messiaanse koninkrijk opnieuw vrijgelaten worden (Opb 20:7). De Messias zal hem dus niet verslaan. Dat doet God, de Vader.

De vraag is echter of de komst van de Messias een verdere vervulling van Pasen en Pinksteren zal brengen? In de Bijbel wordt dat niet genoemd, maar zeker is dat Hij erop toe zal zien dat deze feesten gevierd zullen worden op een wijze die niet eerder vertoond is op aarde. Dus in de zin van gehoorzaam onderhouden door Gods volk zal er een vervulling plaatsvinden. Maar ook zal de Messias Israël herstellen, zodat Gods volk gecompleteerd wordt. Daardoor krijgen de Bijbelse feesten ook weer hun collectieve aspect terug, namelijk met de herinvoering van de Tempeldienst in Jeruzalem.

Samenvatting
De Bijbelse feesten Pésach (Pasen) en Wekenfeest (Pinksteren) zijn respectievelijk niet door de Here Jezus of de Heilige Geest vervuld. Dat kan ook niet, want Beiden ondergingen de vervulling. Zij droegen aan de vervulling bij door gehoorzaamheid. Deze feesten zijn vervuld door God, de Vader. De vervulling van Pinksteren is afhankelijk van de vervulling van Pasen, want Pinksteren is de voleindiging van de Paastijd. God vervulde Pasen door Zijn volk te verlossen van de macht van diens ultieme vijand: satan. God vervulde Pinksteren door Zijn volk die verlossing in hun binnenste te geven.

[1] Dan was er blijdschap om de vruchtbaarheid van de natuur en de levenskracht die het voedsel de mens geeft. Bij oogstfeesten staat de aarde centraal. Bijbelse feesten stellen God centraal.
[2] Zijn verlossing van de macht van satan (in de Nederlandse vertaling van de Bijbel de ‘zondemacht’ of ‘wet der zonde’).
[3] Gods volk kreeg toen toegang tot de Hogepriesterlijke dienst van de Here Jezus in de Tempel van de hemel.
[4] Ondanks dat oogstfeesten tegen de Bijbel ingaan.
[5] Dit is tegenwoordig een bundel (Loelav) van drie planten en een vrucht (etrog).
[6] ‘Werken’ in Bijbelse zin staat voor het doen van de bepalingen van de Verbondsvoorwaarden. Deze voorwaarden verbieden mensenoffers. Hoe goed ook bedoelt. Daarom kan Zijn kruisdood ook geen offer aan God zijn geweest, hoewel Hij het volledig als Mens en voor de mens onderging. Het is juister het als godsdienstige doodstraf op te vatten.
[7] Alleen God, de Vader, kan Zijn Heilige Geest zenden. Maar omdat Die Geest is bedoeld om de gelovige deelgenoot te maken aan de werken van de Here Jezus ervaart de gelovige Diens komst als Plaatsvervanger van Zijn Heer Die niet langer op aarde is.
[8] Dit punt is van belang voor Drie-eenheidsdogma’s. Wordt verondersteld dat de Heilige Geest een Persoon is Die ook Zelf beslissingen kan nemen, zoals God, de Vader, en de Here Jezus, dan moet ook de vraag gesteld worden of de Heilige Geest Zelf wilde afdalen naar de aarde. Hieraan wordt echter maar zelden aandacht besteed.
[9] Zolang Israël verstrooid is, blijft Gods volk incompleet en dus niet toe aan collectieve, volledige vervulling en onderhouden van Gods Verbond. Er komt dus nog een volledige vervulling van alle Bijbelse feesten.
[10] Het ligt voor de hand dat dit echter komt te vervallen zodra de nieuwe Schepping een feit is.
[11] Mits God het expliciet als vervallen stelt.
[12] Ook Trinitarisch is het commanderen van de Heilige Geest door de Here Jezus uiterst problematisch. In de Bijbel is er een hiërarchische verhouding, waarbij God, de Vader, altijd de hoogste macht heeft.